Het leuke van het bestuderen van biologische tuiniertechnieken is dat je vrij geregeld oude technieken leert kennen die verloren zijn gegaan en die eigenlijk best logisch in elkaar steken. De natuurlijke bewaring in een kelder is een goed voorbeeld. Een opslagruimte die niet loopt op elektriciteit, maar op een beetje kennis van zaken.
| posted on Tue, 18 Jul 2006, 00:11 | weblog | rss | spin-off | comments |
Als je groente en fruit wilt bewaren, moet je ervoor zorgen dat het in een erg traag tempo door leeft. Daarvoor zijn wat specifieke regels per gewas (zoals bij de peen: verwijder de kruin op 1 cm na, waarin de groeipunt zit) en die zul je moeten verzamelen en uitproberen. Maar het komt altijd neer op doorleven in een traag tempo.
Bij dat doorleven verdampen de gewassen vocht, dus dat moet worden afgevoerd. Om echter te voorkomen dat ze te snel verdrogen zul je over het algemeen willen dat de luchtvochtigheid ergens rond de 85% hangt.
Voor sommige gewassen is dat prima te bereiken in een kelder van natuursteen, die zich voor koelere temperaturen ondergronds bevindt. Daarin moet van onderen lucht binnen kunnen komen, en van boven de vochtige lucht kunnen worden afgevoerd.
Voor diverse gewassen is het mogelijk in te kuilen, dat wil zeggen een hoop gewassen op een hoop te gooien (eventueel met narcissenbollen en afrikaantjes om knaagdieren af te schrikken) en afdekken met stro en aarde. Voor kolen is het vaak genoeg om ze op de kop, met de wortels uit de aarde stekend te herbegraven, waarbij regen wel van de kolen weg moet stromen door een schuin vlak.
Met deze technieken is het mogelijk om groente en fruit te bewaren tot maanden na het oogsten. Zonder een spoortje elektriciteit. Een bron die hier heel diep op ingaat is het duitstalige Naturkeller van Claudia Lorenz-Ladener, ISBN 3-922-964-98-2. Hierin staan de verschillende technieken per gewas, alsook hun ideale luchtvochtigheid en de daarmee haalbare bewaartijd.