Het klinkt allemaal heel fijntjes als iets een goed doel is. Daar denk ik steeds sterker anders over.
| posted on Tue, 07 Feb 2006, 08:43 | weblog | rss | spin-off | comments |
Een goed doel heiligt de middelen, zo wil het gezegde. Natuurlijk is dat niet waar, en ik maar me terdege zorgen over de werkwijze van goede doelen. En dat heeft diverse redenen.
Bot gesteld handelen goede doelen in een soort 'fuzzy feeling' voor de schenkers. Een flink stuk vlees smaakt nu eenmaal beter als je weet dat anderen niet hongeren. Dit is waar steevast op wordt ingespeeld in spotjes. Niet op redelijkheid, we worden niet geacht na te denken. Met als gevolg dat ik, die dat wel een beetje doe, me totaal niet geraakt voel door inhoudsloze spotjes van goede doelen. Want dat ene hongerige kindje, dat is toch niet waar ik me op kan of wil richten.
Via de Belastingdienst investeren we met ons allen flink in goede doelen. Een deel van het geld gaat naar Ontwikkelingshulp, andere delen openen de (arbeids-)markt naar andere EU-landen, en weer andere delen gaan naar sociale hulp van anderen in onze eigen samenleving. Het siert ons als we daarbovenop nog meer goed willen doen, maar het is niet strikt noodzakelijk. En zeker geen sociale plicht. Ik begrijp in dat opzicht bijvoorbeeld niets van daklozenkrantjes. Een zwerverlijk persoon biedt je die dingen aan, en de opbrengst komt ten goede aan daklozen. Voorzover ik weet zitten die echter meestal in een zelfgekozen situatie; of soms weet men gewoon de juiste sociale kanalen niet te vinden, of men past er naar eigen zeggen niet in. Een dergelijke behoefte aan luxe wil ik niet sponsoren, of riskeren te sponsoren. Deze redenatie geldt in andere landen natuurlijk wel veel minder dan in Nederland.
Ik begin murw en gevoelloos te worden voor de standaardbeelden die een goed doel voert, en dat baart me zorgen. Maar het zijn dan ook altijd weer hongerende kinderen, en er is nooit een greintje postitief. De beelden zijn niet evenwichtig. In de Volkskrant van 4 februari 2006 voerde Linda Polman aan dat ze ook inderdaad overdreven worden. Geachte hulporganisaties, mogen we eens een wat afgewogener beeld zien, zodat we zelf kunnen bepalen wat er aan de hand is in een land of gebied?
Wat me nog het meest tegenstaat aan de eenzijdigheid van beelden die we vaak zien, is dat het de onnozele aanname doet dat we alleen in reddeloze gevallen zouden willen of moeten investeren. Terwijl dat nou juist de gevallen zijn waarin alle redding te laat, of te fragmentarisch is! Gegeven dat er te weinig middelen zijn om alles overal op te lossen, kun je het maar beter steken in het aanvullen van een net-niet-haalbare situatie. Die selectiviteit wordt ons blijkbaar niet gegund.
Goede doelen zijn georganiseerd als stichting, ofwel ze hebben geen winstoogmerk. Helaas is winst hetgeen overblijft na aftrek van kosten, inclusief salarissen. Naast het woord stichting is een gedragscode nodig voor de eigenaren daarvan. Een stichting kan een perfecte dekmantel bieden om een hoog loon te innen -- alleen winstdeling valt niet te verwachten. Overheid, is er wellicht behoefte aan een andere bedrijfsvorm, een die net als B.V. wordt afgeschermd van oneigenlijke suggesties in de tenaamstelling van een bedrijf?
Er zijn enorm veel goedbedoelende organisaties. Aan de ene kant heeft dat het voordeel dat er overal vanalles gebeurt, maar het maakt het beeld er niet overzichtelijker op. Een keurmerk helpt een beetje, maar een keiharde oplichter zal dat keurmerk ook gewoon claimen. Hoeveel mensen zouden zo'n keurmerk opzoeken in een centrale lijst met goedbevonden doelen? Als organisaties een soortgelijk doel hebben, waarom werken ze dan naast elkaar aan hetzelfde? Het antwoord is vermoedelijk dat het niet gaat om de hulp maar om de strijkstokken. Met veel organisaties heb je ook veel strijkstokken.
In een tijd van economische malaise hebben luxe-zaken het moeilijk. Dat lot treft zaken als kunst en cultuur, maar zeker ook goede doelen. We realiseren ons meer dan ooit dat de Belastingdienst ook een goed doel vertegenwoordigt, en onder andere een flink budget ontwikkelingshulp financiert. Ik heb al nooit een goed woord over gehad voor het filmen rond kersttijd, maar zoekend naar aandacht worden spotjes alsmaar agressiever. Beste hulporganisaties, dit stoot af. En het helpt flink om de waarheid op het netvlies te krijgen, namelijk dat hulporganisaties commercieel zijn.
Waar steek je je geld in, dat is een moeilijke kwestie. Kinderen zijn prachtige tranentrekkers want bijna iedereen houdt van ze. Maar zijn het de beste investeringen? Een microleningenprogramma om een land te helpen zich economisch te ontwikkelen, een waterput mits dit misbruikte afhankelijkheid van anderen vermindert, een dorpsaansluiting op Internet waarmee men de wereld kan aanspreken, in zulke dingen geloof ik. Maar kinderen vind ik onvoldoende gemotiveerd als goed doel. Ze hebben de toekomst, heet het. Maar als dat een toekomst is waarin alleen de kinderen te eten krijgen van het buitenland, wat hebben ze er dan aan? Of als ze vier jaar lang gevoed worden maar als het daarna instort, wat blijft er dan uiteindelijk over van al die voedselhulp? We moeten uitkijken voor bodemloze putten die als enig doel hebben geld om te zetten en onderweg strijkstokken te beroeren.
Iets waar ik echt niet tegen kan is het ondersteunen van oorlogen. Ik ben een pacifist, en heb al jaren als motto oorlog is een teken dat iemand met een te groot ego op een te hoge post zit. Een hoge egotripper heeft een doel voor ogen en dat moet worden gerealiseerd, koste wat het kost. Letterlijk, zelfs als het de bevolking de kop of de voeding kost. Op het moment dat je landen gaat ondersteunen die in oorlog zijn, of zijn geweest, geef je eigenlijk aan dat je het daarmee eens bent. En ik ben dat niet. Oorlogsslachtoffers, kindsoldaten en wederopbouw beschouw ik als landsinterne problemen die we niet namens de rest van de wereld moeten compenseren (ofwel goedpraten).
Bij goede doelen vraag ik me vaak af waar mijn geld blijft, hoe stroperig de strijkstok is en op welke plek het wat aanricht. Ik heb het niet over bulkverslaglegging die uitlegt wat het Nederlandse volk heeft bijgedragen aan een land, maar ik heb het over wat mijn geld aanricht. Wat kost het om een put te slaan in een uitgedroogd dorp, wat kost het om een microlening met ondersteuning aan een mandenvlechter te bieden?
Tot zover mijn gezeur over de vele misstanden die ik zie bij grote hulporganisaties. Tijd voor een positief woord, want ik denk dat ik een veel betere mogelijkheid zie.
Ik zou graag een webshop willen zien waarin ik zelf kan beoordelen, per afzonderlijk dorp of persoon, of daar wat voor te doen valt wat mij aanstaat. Zo'n webshop bezoek ik op eigen initiatief, niet als gevolg van peperdure reclame en zeker niet na een oproep per ongevraagde email. Ik wil voldoende informatie zien van de omgeving waarin de problemen heersen, van de behoefte aan een faciliteit en het verschil dat dit zou maken. Geef me een winkelwagen, dan zet ik daar een paar pakketjes in en reken ze ter plekke af. In baar goud als u wilt. De goede doelen leveren vervolgens een digitaal ondertekende email waarmee ik mijn storting altijd kan aantonen.
Op deze manier wordt voor iedereen zichtbaar hoe de commercie van een goed doel functioneert. Een put heeft een prijs, en dat is inclusief alles aan lonen en strijkstokken. Ik snap als klant best dat die overhead bestaat, maar ik wil vooral inzicht in de eindprijs die ik betaal voor die put of wat-dan-ook. Daarmee, en alleen daarmee, kan ik bepalen of het werkt.
Er lijkt me niets op tegen als dit een gecoordineerd geheel wordt, waarin meerdere organisaties competitief kunnen wedijveren over soortgelijke projecten. De schenker zal wel driemaal uitkijken voor hij met een extreem dure organisatie in zee gaat. En een dergelijke marktwerking scherpt de organisaties om zo efficient mogelijk te opereren, iets wat me geen overbodige luxe lijkt.
Natuurlijk staat het de gever vrij om de schenking na te trekken op de concrete locatie die is ondersteund. De lokale bevolking dient te kunnen vertellen wie hun put heeft bekostigd. Er dient een soort ombudsman te zijn die ontaarde problemen afhandelt, dit om oplichterij te voorkomen, zoals het veelvuldig verkopen van dezelfde put. Een reputatiesysteem dat buiten beheer van de hulporganisaties valt lijkt me geheel van deze tijd.
Pas als dit geregeld wordt krijg ik weer vertrouwen in hulporganisaties. En eerder niet.