Heffingskorting berust op een ontwerpfout

De manier waarop de Belastingdienst omspringt met heffingskorting is nogal zot als je het bekijkt vanuit het standpunt van een ontwerper. Die weet namelijk dat je overhead uitlokt als je eigenschappen op een plek onderbrengt waar het niet logischerwijs thuishoort. Het kan allemaal veel simpeler dan nu, zonder noemenswaardige veranderingen.
| posted on Mon, 04 Apr 2005, 17:07 | weblog | rss | spin-off | comments |
Translate to English Translate to English

Heffingskorting is het bedrag aan inkomen dat je mag verdienen zonder dat je er belasting over hoeft af te dragen. Heffingskorting krijg je als persoon slechts eenmalig, en niet voor elke afzonderlijke baan waarbinnen je werkt. Toch wordt de verwerking van de heffingskorting overgedragen aan werkgevers, alsof die al niet genoeg aan hun kop hebben.

Een administratieve explosie

Doordat de heffingskorting niet door de juiste partij wordt becijferd ontstaat een tamelijk gewrocht samenspel van berekeningen. Met als gevolg een nodeloze verzwaring van de administratieve taken voor werkgevers.

Niet alle werknemers laten hun heffingskorting meerekenen. Werknemers die bij meerdere werkgevers werken moeten kiezen bij welke partij de heffingskorting wordt toegepast. Dat betekent een tweedeling van de werknemers in de administratie van de werkgever.

Bovendien is een deel van de heffingskorting afhankelijk van het loon dat wordt uitgekeerd. Dat houdt in dat in tabellen niet alleen de loonheffing bij een brutoloon moet worden opgezocht, maar ook de toegepast heffingskorting. Dit meegenomen kortingsbedrag moet, evenals het uitgekeerde loon, worden bijgehouden en opgeteld. Het komt terug op allerlei loonstaten en overzichten, inclusief het loonstrookje voor de werknemer. En op de belastingstaat moet elke werknemer het weer invullen, zodat de Belastingdienst het kan vergelijken met de opgave loonbelasting van de werkgever.

Om het allemaal nog zotter te maken is de heffingskorting anders voor werknemers van bepaalde leeftijden, namelijk als ze in of vlak na de tweede wereldoorlog geboren zijn. Of als ze ouder dan 65 zijn. Die leeftijdsgroepen krijgen zowiezo een andere behandeling, en wederom is de vraag of de werkgever dat moet administreren of de Belastingdienst.

De huidige tabellenboekjes voor de loonbelasting zijn idioot dik, de witte tabellen alleen al beslaan 7 kolommen met gevallen voor werknemers onder de 65. Daarnaast zijn er groene tabellen voor voormalige werknemers die weer in een ander tarief vallen. In al deze gevallen gaat het om persoonsgebonden verschillen, die de werkgever liever wil kunnen vergeten. Hij wil gewoon brutoloon afdragen in een portie voor de werknemer en een portie voor de Belastingdienst, en hoe minder variaties daarin voorkomen hoe soepeler het allemaal loopt. Als een werknemer in een categorie valt die speciale voordeeltjes geniet, waarom kan die persoon dat dan niet persoonlijk afhandelen in conclaaf met de Belastingdienst?

Een betere systematiek

Het kan allemaal veel simpeler. Als je aan het begin van het jaar toch al een voorlopige teruggaaf mag aanvragen, waarom dan niet meteen aankruisen ik kom ik aanmarking voor heffingskorting en dientengevolge de heffingskorting van de Belastingdienst gestort krijgen in maandelijkse porties? Idem loon uit de andere bijzondere heffingstabellen die de loonadministratie nu moet onderscheiden.

Voor de werknemer betekent deze versimpeling dat hij iets minder geld van de baas krijgt en dat dit verschil wordt gecompenseerd door de Belastingdienst. Bijvoorbeeld als een maandelijkse verrekening zoals dat ook gebeurt voor hypotheekaftrek.

Voor de Belastingdienst betekent deze versimpeling dat ze meer geld krijgt van bedrijven die loonheffing voor hen inhouden, en dat ze datzelfde bedrag stort aan de werknemers. Het betekent ook dat er minder gecontroleerd hoeft te worden en dat er minder variaties zijn.

Voor de werkgever tenslotte, betekent dit dat de werknemer wat minder geld krijgt en dat de Belastingdienst precies dat bedrag extra krijgt in de vorm van loonheffing. Maar vooral betekent het veel minder variaties in de loonadministratie, dus minder administratieve verplichtingen, en dat zou een welkome verfrissing zijn!

Eerlijk is eerlijk

Belasting probeert in alle opzichten fair te zijn tegenover werknemers, geheel conform ons sociale Nederlandse gedachtengoed. Wat daarbij consequent wordt vergeten is dat het opleggen van verplichtingen aan afzonderlijke werkgevers, en dan met name de kleintjes, een enorme administratieve overhead met zich meebrengt. Overhead die de Belastingdienst voor eens en voor altijd zou kunnen regelen voor het hele land. Voor elke werkgever ineens.

Een regeling is pas een goede regeling als het niet alleen de juiste werknemers bevoordeelt, maar tegelijk ook voorkomt dat andere partijen extra administratieve verplichtingen krijgen. Een land waar bedrijven zich de pleures zweten op administratie is geen land waar de productiviteit optimaal op gang kan komen.

De Belastingdienst zou eigenlijk zo veel mogelijk administratie en persoonsgebonden variaties naar zich toe moeten trekken. In het belang van de werkgevers in Nederland. En dus in het belang van de economie en onze concurrentiepositie tegenover het buitenland.

Translate to English Translate to English

Comments on this article