Privatisering, het klinkt zo mooi als je er niet bij nadenkt. Maar in de praktijk werkt het niet. En als je er even over nadenkt is dat ook best logisch.
| posted on Thu, 12 Oct 2006, 18:21 | weblog | rss | spin-off | comments |
We kennen allemaal wel het gemopper 'op de werkvloer' van iemand die de grote lijn van zijn bedrijf niet ziet zitten, en die merkt dat er alleen nog maar op geld wordt gejaagd. De werkvloer stelt vaak eer in de inhoudelijke kant van het werk, inclusief kwaliteit, terwijl 'boven' vooral op cijfers wordt gelet, en een balans tussen prijs en kwaliteit wordt gezocht. Als winst voor kwaliteit gaat dan krijgen klanten een minder goed product, en dat steekt vaak bij de uitvoerenden die in direct contact met de klant staan, en die hun branche op inhoudelijke gronden hebben gekozen.
Als de overheid delen van haar infrastructuur privatiseert dan moet hier terdegen rekening mee worden gehouden. Het mag in theorie mooi klinken dat de spoorwegen competetiever worden door privatisering, maar als de privatisering naar een N.V. is, dan resteert alleen nog het winstoogmerk.
We kennen allemaal wel de verhalen van aandeelhouders die een bedrijf verkopen, of dwingen een bepaalde omslag te maken. Aandeelhouders hebben totale controle over een bedrijf. Op zich niet zo erg, ware het niet dat de enige motivatie van aandeelhouders is dat ze winst willen zien.
Ik prent het even in:
Aandeelhouders hebben zelden inhoudelijk belang bij de bedrijven die ze bezitten.
Het laatste wat je wilt is een bedrijf dat infrastructuur beheert, maar dat daarbij gestuurd wordt vanuit winstbelang. Een netwerk voor de distributie van elektriciteit, een spoorwegnetwerk of zendgemachtigdheid zijn alle voorbeelden van zaken die niet in handen horen van winstjagers.
Wie weleens op de beurs heeft gehandeld, die kent deze rol van winstjager uit eerste hand. Het gaat bij het handelen op de beurs niet om de inhoud van een bedrijf, maar puur over de winstverwachtingen en de verkoopwaarde.
Deze manier van kijken hoort bij een Naamloze Vennootschap. Van een Besloten Vennootschap zijn de aandelen niet vrij verhandelbaar, dus daar heeft het bestuur veel meer in de melk te brokkelen -- en dat is goed, want een bestuur is doorgaans wel gemoeid met de inhoud van een bedrijf. Naarmate een bedrijf kleiner is zal dit effect sterker werken, en zullen klanten dus meer voordeel hebben van goede service en minder roofbouw op hun klandizie.
Mijn conclusie is dan ook dat infrastructuur nooit en te nimmer in handen mag komen van een N.V. en dat het bij beheer door een B.V. ook aan allerlei randvoorwaarden zou moeten voldoen om te voorkomen dat er een bestuur wordt geinstalleerd dat de vrije verhandelbaarheid van aandelen toestaat. Een maximum aan de te beheren hoeveelheid infrastructuur per aandeelhouder kan een goede oplossing zijn.
De privatisering gaat vaak nog verder dan dit. Als een infrastructuur eenmaal in handen van een N.V. is, wordt die soms overgenomen door een buitenlandse partij. Die heeft natuurlijk allerminst betrokkenheid bij de kwaliteit van het geleverde -- de klachten worden niet gehoord en al helemaal niet persoonlijk ervaren door aandeelhouders in het buitenland.
De situatie die dan ontstaan is, is er een waarin Nederlanders een mindere kwaliteit ontvangen dan mogelijk, en waarin buitenlanders de winst opstrijken van de sores der klanten. Is het nog verwonderlijk dat de dienstverlening zo slecht loopt en dat de economie zorgen baart als we deze winst niet eens in ons eigen land besteed zien worden?
Privatiseren doe je aan veel kleine bedrijven, niet aan een enkele grote. Die bedrijven mogen de bezittingen nooit in handen geven van een N.V. waardoor ze op de vrije markt verhandelbaar zouden worden. En zo is de afnemer van de geprivatiseerde infrastructuur dus nooit de dupe van winstbejag van aandeelhouders. Een inhoudelijk bestuur houdt ten alle tijde grip op de zaak.
Het is jammer dat er zoveel gepraat wordt in Den Haag, en zo weinig nagedacht.