Deze alternatieve troonrede komt eens niet tot u vanuit de Ridderzaal, maar vanuit een moderner communicatiemiddel, de weblog. Nederland heeft het nodig dat sterke schouders haar dragen en voortstuwen op de stroom van ontwikkelingen, en het is ons een eer en genoegen om u hierin te begeleiden.
| posted on Tue, 19 Sep 2006, 12:30 | weblog | rss | spin-off | comments |
Nederland is een land dat zich sterk wil maken op het gebied van sociale zekerheid. Het heeft daartoe een stelsel van wetten en regels ontwikkeld dat met enige klem wordt nageleefd, doorgaans ten voordele van diegenen die deze toegevoegde zorg toekomt. Toch kan ons land op dit gebied nog veel leren; we hebben in de loop der decennia immers niet primair gebouwd aan sociale zekerheid, doch aan financiele stabiliteit. Een streven naar sociale zekerheid zou zich eerder richten op zaken als recht op goed werk dan op een inkomstenbron.
Een waarlijk sociaal stelsel zou zich bijvoorbeeld richten op ondersteuning van innovatieve ondernemers middels daadkracht, en niet middels financiele middelen. Waar behoefte bestaat aan extra werkkracht, ontheffingen, middelen of hulp bij marktintroductie, daar kan de overheid inspringen. Niet door gelden beschikbaar te stellen, maar door bijvoorbeeld een opdracht in het verschiet te leggen treft men een innovatieve ondernemer in het hart.
Problemen worden in ons land te vaak eenzijdig beschouwd als hindernissen, met een gekwelde, klagende bevolking tot gevolg. Vrijwel elke hindernis is met de juiste benadering om te zetten in een voordeel. Dergelijke creativiteit legt onze regering wellicht niet ten overvloede aan de dag.
Groepen van minderheden voelen zich in Nederland te gast, en in tijden van economische druk voelen zij zich niet altijd welkome gasten. En dat, terwijl er zo veel van deze bevolkingsgroepen te leren valt. Niet zozeer omdat het groepen betreft van hogere of lagere begaafdheid dan de autochtone bevolking, maar veeleer omdat het groepen betreft die een andere cultuur kennen, en andere sociale waarden nastreven. Hieraan kan Nederland zich spiegelen, evenzeer als dat andersom waardevol kan zijn. Dit is niet alleen een taak die is weggelegd voor het landsbestuur, maar het is een taak die invulling behoeft van elke burger en elke gast. Er is geen betere confrontatie mogelijk met de eigen mogelijkheden tot groei dan door zich te spiegelen aan andersgezinden. In het verschil schuilt kracht en tonen zich mogelijkheden. Mogelijkheden tot ontplooiing in het landsbelang, en ontplooiing in het belang van de betrokken individuen. Mogelijkheden ook, om deze belangen hand in hand te laten gaan.
Probleemjongeren bestaan niet. Wel zijn er gebrekkige omstandigheden, te weinig faciliteiten tot zelfexpressie en te slechte interactie tussen culturen die zich niet in voldoende mate aan elkaar spiegelen. Louter het bestaan van het woord probleemjongere is een signaal dat onze maatschappij een grote groep waardevolle medemensen te weinig kansen biedt om zich op hun geheel eigen wijze te vormen tot waardevolle bijdragers aan de maatschappij van ons allen.
Geen mens is tot in het hart verdorven, zo neemt ons justitiele apparaat aan als zij met individuen in aanraking komt. Er gaat een sterke positieve kracht uit van deze basishouding, en we dienen er naar te streven om onze hele maatschappij hiervan te doordrenken; zo ook in de houding van de overheid jegens de burgerbevolking.
De taak van de overheid dient zich niet te beperken tot het verstrekken van financiele middelen volgens de strikte richtlijnen des lands, doch zij dient zich danig in te spannen voor de mogelijkheden van de betrokken burgers om zich te ontplooien. Zij dient paden te vrijwaren naar een betrokken maatschappelijke rol voor eenieder die zich tot haar wendt voor financiele steun. Dergelijke betrokkenheid is uiterst waardevol voor de gemoedsrust van zowel de afzonderlijke mens, alsook voor ons land als geheel.
Wetten en besluiten worden opgesteld met als doel richting te geven aan uitvoering van beslissingsbevoegde taken. Toch valt over de gehele linie te bespeuren dat regels niet waterdicht zijn, en aanleiding geven tot het gebruik van regelgeving buiten de geest waarin ze zijn opgesteld. Dit is een indicatie dat burgers zich niet afdoende vereenzelvigen met de intentie van dergelijke regelgeving, en dat er een kloof bestaat tussen overheid en burger. Het opstellen van verfijnende regelgeving tegen concrete misstanden vergroot deze kloof doordat het onderdeel wordt van een voortdurend touwtrekken tussen overheid en burgerij. Deze vorm van aanscherping der regels is niet wenselijk, want zij is verre van productief. Het verminderen van regeldruk is dan ook een vaak gehoorde wens, maar het valt te bezien of dit mogelijk is zonder groeperingen tekort te doen of al te creatieve toepassing van regels in de hand te werken. Afgezien van marginale optimalisaties door eliminatie van circulaire geldsystemen zoals de stelsels der omzetbelasting en loonheffingskorting valt maar weinig te doen aan de complexe problematiek waarmee ons land zich geconfronteerd ziet.
De tijd is rijp voor verregaande bezinning. Bezinning op het algehele model van regeren; bezinning op de voortdurende wettenproductie; en bezinning op de middelen die worden gehanteerd om een bevolking te motiveren in een bepaalde richting. Wellicht zijn geldelijke straffen en bonussen niet de juiste wijze om een bevolking te besturen; wellicht is het beter te komen tot een beter inzicht in de menselijke aard, en per geval inhoudelijk te zoeken naar een wijze waarop wenselijk gedrag omzetbaar wordt in menselijk gedrag. Een dergelijk zoeken hoort onderdeel te vormen van ieder beleidstraject, en het dient met terugwerkende kracht te worden toegepast op de huidige situaties, vooral daar waar menselijke belangen op gespannen voet staan met landelijke.
De eenzijdige aandacht voor geldelijke middelen vergiftigt onze samenleving. Dat betreft niet alleen de geest der mensen, maar ook het milieu in onze directe woon- en werkomgeving. De Nederlander is de verbondenheid verloren met alles wat leeft en groeit, en dat stemt tot zorg. De teelt van gewassen is, evenals de productie van vlees, gericht op het voldoen aan een bijkans onverzadigbare behoefte. De middelen die bij de teelt gehanteerd worden zijn enigszins overspannen en staan hierdoor ver van de natuur; ze bevechten het natuurlijke proces in plaats van er positief gebruik van te maken. In zekere zin is hier een parallel te trekken met het reguleren van burgergedrag met geldelijke middelen, in plaats van de uitdagender speurtocht naar een gezamenlijk winstpunt. Ook op het gebied van natuurbeheer dient daarom gezocht te worden naar innovatieve methoden. De biologische benadering van de voedselketen, met permacultuur als noemenswaardig specialisme, houdt ons de uitdaging voor om het verloren contact met ons leefmilieu te herwinnen. Natuurlijker technieken kunnen bijdragen aan een gezondere bevolking, minder massale veeziekte en uiteindelijk een harmonieuzere samenleving.
Een bevolking die zich gelukkig en gemotiveerd voelt kan productiever zijn dan een bevolking die zich door regelgeving beknot voelt. Zij komt tot een hogere graad van zelfontplooiing, zet zich vaker en krachtiger in voor de medemens en voelt minder behoefte zich als probleemgeval op te stellen. Een bevolking die handelt uit persoonlijke motivatie, en bijgeval ook nog in landsbelang, is goed voor de maatschappij, de economie en de sfeer des lands.
Leden der Staten-Generaal, ik wens u wijsheid!
Leve de maatschappij. Hoera! Hoera! Hoera!